Parameters
Wat zijn parameters?
Een methode is een stappenplan voor een bepaalde taak. Met de syntax die we tot hiertoe gezien hebben, wordt deze taak altijd op exact dezelfde manier uitgevoerd. Dat beperkt de mogelijkheden enorm.
Een niet-digitaal voorbeeld. Ik plan een feest. Een van mijn deeltaken is om een simpele appeltaart te maken. De tweede is om een simpele perentaart te maken.
Het stappenplan voor de appeltaart is als volgt:
leg taartdeeg in een ronde bakvorm
doe er wat pudding op
snijd een appel in stukken
beleg met de stukjes fruit
zet in de oven
Het stappenplan voor de perentaart is als volgt:
leg taartdeeg in een ronde bakvorm
doe er wat pudding op
snijd een peer in stukken
beleg met de stukjes fruit
zet in de oven
Dit is hetzelfde stappenplan, op het gebruikte fruit na. Eigenlijk kan je in stap 3 allerlei soorten fruit gebruiken, afhankelijk van het resultaat dat je wenst. We kunnen het stappenplan dus algemener formuleren:
leg taartdeeg in een ronde bakvorm
doe er wat pudding op
snij het stuk fruit dat je wil gebruiken in stukken
beleg met de stukjes fruit
zet in de oven
Op het moment dat we een taart willen bakken, moeten we pas voor een bepaald stuk fruit kiezen. In de tekst hierboven is "het stuk fruit" dus een soort variabele: we schrijven een naam maar we bedoelen daarmee een waarde die in de uitvoering wordt vastgelegd.
In code zijn dit soort variabelen parameters van een methode. In de definitie van de methode werken we met hun naam (zoals "het stuk fruit"). Wanneer we de methode oproepen, voorzien we hun waarde (zoals een appel of een peer of een ananas). In de call spreken we ook over argumenten in plaats van parameters. De termen worden soms door elkaar gehaald, maar ze betekenen dus niet exact hetzelfde.
In Flowgorithm kunnen kort noteren dat we een appeltaart en een perentaart willen maken:
In de praktijk maken we natuurlijk geen taarten, maar doen we bewerkingen met gegevens. Volgende methode berekent en toont een bepaalde macht van een bepaald getal. De werkwijze is altijd dezelfde, maar de gebruiker beslist zelf welke macht hij wil berekenen en van welk getal:
Dit is een definitie van een methode, dus vergelijkbaar met een stappenplan of een flowchart. We geven aan dat er twee stukjes informatie zijn die per uitvoering kunnen verschillen: het grondtal en de macht. Omdat dit eigenlijk variabelen zijn (met een scope beperkt tot deze methode) geven we ook hun type, net zoals bij variabelen die we op de reeds gekende wijze declareren.
Als we deze methode willen gebruiken, kunnen we dit doen:
De laatste regel bevat de call van de methode. De definitie bevat een paar "gaten" en de call vult deze in met de gewenste getallen. Het is belangrijk dat de gebruikte types en de verwachte types compatibel zijn. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk Macht("Hello World","blabla");
te schrijven als call want strings zijn geen ints.
De verbinding van definitie en oproep
Als je het stappenplan bovenaan deze pagina gebruikt om een appeltaart te maken, heb je achteraf geen appel meer. Hier kan het mechanisme van methodes je wat verrassen. Je moet in het achterhoofd houden dat de parameters van een methode hetzelfde werken als gewone variabelen.
Een voorbeeld:
Dit programma zal je eerst 3
tonen en dan, op de volgende regel, 4
. Dit komt omdat de =
op regel 2 niet betekent "a
is hetzelfde als b
", maar wel "kopieer het ding met naam a
en geef de kopie de naam b
". Dit is hoe toekenning werkt met alle types die we tot hiertoe gezien hebben.
Dit is niet hoe toekenning altijd werkt. Met name voor arrays is het wat anders, maar dat geval zullen we later in meer detail behandelen.
Met argumenten van een methode-oproep is het hetzelfde. Nog een voorbeeld:
Je ziet dat het getal enkel gewijzigd is binnen de methode VeranderGetal en daarna weer teruggezet lijkt op de oude waarde. Dit is niet helemaal correct. Wat eigenlijk gebeurt, is het volgende:
een waarde 4 krijgt de naam
mijnGetal
de waarde met naam
mijnGetal
wordt getoondde waarde met naam
mijnGetal
wordt gekopieerd en krijgt de naamgetal
de naam
mijnGetal
wordt toegekend aan het getal dat je verkrijgt door de kopie met één te verminderen en verwijst nu dus naar een 3deze 3 wordt getoond
de oproep eindigt
heel de tijd is
mijnGetal
blijven verwijzen naar 4 en daarom wordt er terug een 4 getoond
mijnGetal
en getal
hebben dus nooit dezelfde data bevat. Bij het begin van een oproep van VeranderGetal
zijn hun data wel kopieën van elkaar, maar na regel 2 is zelfs dat niet meer waar.
Gekende parameters
Je hebt al vaak waarden als argument meegegeven:
de tekst die je laat zien via
WriteLine
de grenzen waarbinnen een willekeurig getal bepaald moet worden met
Next
de tekst die je wil vervangen en de tekst die hem vervangt met
Replace
Ook hier wordt altijd hetzelfde stappenplan gevolgd, maar de manier waarop dat plan doorlopen wordt, verschilt afhankelijk van de gebruikte argumenten.
De rol van scope
Voor de eenvoud hebben we in bovenstaand voorbeeld twee namen gebruikt: mijnGetal
en getal
. Eigenlijk hoefde dat niet. We kunnen ook dit doen:
De parameter getal
van VeranderGetal
is niet dezelfde variabele als de variabele getal
van Main
. Elke functiedefinitie bakent een scope af. Vermits de definitie van VeranderGetal
niet genest is in de definitie van Main
(en het omgekeerde ook niet waar is) staan hun scopes los van elkaar. Binnenin Main
bestaat er een variabele met naam getal, binnenin VeranderGetal
bestaat er een andere variabele met naam getal.
Er staat wel een oproep van VeranderGetal
in Main
, maar dit heeft geen effect op de variabelen in scope. Enkel de definities zijn hier van belang.
Last updated