Zie Scherp Scherper
OefeningenThe Corona filesHandboek backup
  • H0: Introductie
    • Introductie
    • Dit boek in papier?
    • Nuttige extras
  • H1: De eerste stappen
    • Introductie tot C#
    • Werken met Visual Studio
    • Je eerste programma
    • Input verwerken met ReadLine
    • Fouten in je code
    • Kleuren in Console
    • Meer weten
  • H2: De basisconcepten van C#
    • De essentie van C#
    • Datatypes
    • Variabelen
    • Expressies en operators
    • Const(ant)
    • Solutions en projecten
    • Meer weten
  • H3: Tekst gebruiken in code
    • Strings en chars
    • Escape characters
    • Strings samenvoegen
    • Unicode tonen
    • Environment bibliotheek
    • Meer weten
  • H4: Werken met data
    • Casting, conversie en parsing
    • Input verwerken en omzetten
    • Math-library en berekeningen
    • Over afronden
    • Random
    • Debuggen
    • Meer weten
  • H5: Beslissingen
    • Beslissingen intro
    • Booleanse logica en operators
    • If
    • Scope van variabelen
    • Switch
    • enum
    • Meer weten
  • H6: Herhalingen Herhalingen Herhalingen
    • Loops intro
    • While en Do While
    • For
    • Nesting
    • Meer weten
  • H7: Methoden
    • Methoden intro
    • Bibliotheken
    • Geavanceerde methodetechnieken
    • Meer weten
  • H8: Arrays
    • Array principes
    • Arrays en geheugen
    • System.Array
    • Algoritmes met arrays
    • Strings en arrays
    • Arrays en methoden
    • N-dimensionale arrays
    • Jagged arrays
    • Meer weten
  • H9: Object Oriented Programming
    • OOP Intro
    • Klassen en objecten in C#
    • Methoden en access modifiers
    • Full properties
    • Auto-properties
    • DateTime: leren werken met objecten
    • Meer weten
  • H10: Geheugenmanagement, uitzonderingen en namespaces
    • Stack en Heap
    • Objecten en methoden
    • Null en NullReferenceException
    • Namespaces en using
    • Exception handling
    • Waar exceptions plaatsen?
    • Meer weten
  • H11: Gevorderde klasseconcepten
    • Constructors en de default Constructors
    • Overloaded Constructors
    • Object Initializer Syntax
    • Static
    • Meer weten
  • H12: Arrays en klassen
    • Arrays van objecten
    • List
    • Foreach en var
    • Nuttige collection klassen
    • Meer weten
  • H13: Overerving
    • Overerving intro
    • Constructors bij overerving
    • Virtual en override
    • Base keyword
    • Meer weten
  • H14: Gevorderde overervingsconcepten
    • System.Object
    • Abstract
    • Eigen exceptions maken
    • Kennisclips
  • H15: Compositie en aggregatie
    • Compositie
    • this keyword
    • Meer weten
  • H16: Polymorfisme
    • Polymorfisme
    • Polymorfisme in de praktijk
    • Is en As keywords
    • Objecten vergelijken: alles komt samen
    • Meer weten
  • H17: Interfaces
    • Interface intro
    • Interfaces voorbeeld met president
    • Interfaces in de praktijk
    • Interfaces en polymorfisme
    • Meer weten
  • H18: Bestandsverwerking
    • Werken met bestanden
    • Schrijven en lezen
    • FileInfo klasse
    • Klassen serialiseren met json
    • Meer weten
  • Conclusie
    • Je hebt het gehaald
    • En nu?
  • Kennicslips
    • H1 - H8
    • H9 - H17
  • Appendix
    • Visual Studio snippets
    • VS Code for Mac installeren
    • Regions
    • String.Format
    • Out en Ref parameters
    • Operator overloading
    • Expression bodied members
    • Generics
    • struct en record
    • Een installer maken
  • Coding guidelines
    • Afspraken
    • Minpunten voor: Compileert niet
    • Minpunten voor: Klassen in 1 bestand
    • Minpunten voor: Redundante code
    • Minpunten voor: Bladspiegel
    • Minpunten voor: Naamgeving
    • Minpunten voor: goto, break en continue
    • Minpunten voor: Linq gebruiken
    • Minpunten voor: Methoden in methoden
    • Minpunten voor: Toplevel statements
Powered by GitBook
On this page

Was this helpful?

  1. H5: Beslissingen

Switch

Een switch statement is een element om een veelvoorkomende constructie van if/if else...else eenvoudiger te schrijven. Vaak komt het voor dat we bijvoorbeeld aan de gebruiker vragen om een keuze te maken (bijvoorbeeld een getal van 1 tot 10, waarbij ieder getal een ander menu-item uitvoert van het programma), zoals:

Console.WriteLine("Kies: 1)afbreken\n2)opslaan\n3)laden:");
int option = int.Parse(Console.ReadLine());
 
if (option == 1)
    Console.WriteLine("Afbreken gekozen");
else if (option == 2)
    Console.WriteLine("Opslaan gekozen");
else if (option == 3)
    Console.WriteLine("Laden gekozen");
else
    Console.WriteLine("Onbekende keuze");

Met een switch kan dit eenvoudiger wat ik zo meteen demonstreer. Eerst bekijken we hoe switch juist werkt. De syntax van een switch is specialer dan de andere programma flow-elementen (if, while, enz.), namelijk als volgt:

switch (value)
{
    case constant:
        statements
        break;
    case constant:
        statements
        break;
    default:
        statements
        break;
}

Laten we eens kijken welke nieuwe zaken we hier :

  • value is de testvariabele die wordt gebruikt als test in de switch (option in het voorbeeld).

  • Iedere mogelijke waarde van value begint met het case keyword. Gevolgd door de waarde (de case constant) die value moet hebben om in deze case te springen.

  • Na het dubbelpunt volgt vervolgens de code die moet uitgevoerd worden in deze case. Deze code mag bestaan uit meerdere lijnen code. Accolades zijn hier trouwens niet verplicht.

  • Iedere case moet afgesloten worden met het break keyword.

  • Tijdens de uitvoer zal de switch de inhoud van de testvariabele (value) vergelijken met iedere case constant. Dit gebeurt van boven naar beneden. Wanneer een gelijkheid wordt gevonden dan wordt die case uitgevoerd.

  • Indien geen case wordt gevonden die gelijk is aan value dan zal de code binnen de default-case uitgevoerd worden (de else achteraan indien alle vorige if else-tests negatief waren).

We zijn dus 4 gereserveerde keywords rijker:

  • switch

  • case

  • break

  • default

Het menu van zonet kunnen we nu herschrijven naar een switch:

Console.WriteLine("Kies: 1)afbreken\n2)opslaan\n3)laden:");
int option = int.Parse(Console.ReadLine());

switch (option)
{
    case 1:
        Console.WriteLine("Afbreken gekozen");
        break;
    case 2:
        Console.WriteLine("Opslaan gekozen");
        break;
    case 3:
        Console.WriteLine("Laden gekozen");
        break;
    default:
        Console.WriteLine("Onbekende keuze");
        break;
}

De case waarden moeten constanten zijn en mogen dus geen variabelen zijn. Constanten zijn de welgekende literals (1, "1", 1.0, 1.d, '1', enz.). Uiteraard moeten de case waarden van hetzelfde datatype zijn als die van de testwaarde.

Fallthrough

Soms wil je dat dezelfde code uitgevoerd wordt bij 2 of meer cases. Je kan ook zogenaamde fallthrough cases beschrijven wat er als volgt uit ziet:

switch (option)
{
    case 1:
        Console.WriteLine("Afbreken gekozen");
        break;
    case 2:
    case 3:
        Console.WriteLine("Laden of opslaan gekozen");
        break;
    default:
        Console.WriteLine("Onbekende keuze");
        break;
}

In dit geval zullen zowel de waarden 2 en 3 resulteren in de zin "Laden of opslaan gekozen" op het scherm.

PreviousScope van variabelenNextenum

Last updated 10 months ago

Was this helpful?