oefeningen
ter voorbereiding
Schrijf de volgende functies om aan te tonen dat je alle concepten onder de knie hebt:
Schrijf een functie zonder argumenten die een getal teruggeeft.
Schrijf een functie zonder argumenten die een string teruggeeft.
Schrijf een functie zonder argumenten die een boolean teruggeeft.
Schrijf een functie zonder argumenten die een string afprint in de console.
Schrijf een functie met twee argumenten (twee getallen) die een getal op het scherm afprint. Het getal dat wordt getoond moet iets doen met deze twee getallen.
oefening 1: text-box-functie
leerdoelen
input lezen
schrijven van eigen functies
functionele analyse
Je programma toont een stuk tekst in je console in een tekstvak
technische analyse
Je kan de code van text-box hergebruiken van het onderdeel strings.
Je maakt een functie printTextBox
met een string als parameter. De functie toont de tekst in het tekstvak.
Je roept de functie een aantal keer aan met verschillende parameters.
voorbeeldinteractie
oefening 2: name-from-email-functie
leerdoelen
input lezen
lussen
schrijven van eigen functies
functionele analyse
Het programma toont het gedeelte van de e-mailadres dat de naam voorstelt.
technische analyse
Je kan de code van name-from-mail hergebruiken van het onderdeel strings.
Je maakt een functie nameFromEmail
met 1 parameter die een email adres bevat. Deze functie geeft de voor en de achternaam terug in hoofdletters.
Je vraagt de gebruiker op een interactieve manier achter zijn email adres.
Je blijft een email adres vragen totdat deze een lege string ingeeft.
voorbeeldinteractie
oefening 3: maaltafel-functie
leerdoelen
gebruiken van lussen
schrijven van eigen functies
functionele analyse
Je programma print de maaltafels van 1 tot en met 10 af (met 10 iteraties)
technische analyse
Je kan de code van maaltafel hergebruiken van het onderdeel for-while.
Je maakt een functie printMaaltafel
met 2 parameters: getal en iteraties. Deze functie print de maaltafel af van het gegeven getal en iteraties. De functie geeft niets terug en print enkel deze maaltafel af.
Zorg ervoor dat je voor de getallen 1 tot en met 10 de maaltafel afprint.
Je kan de getallen mooi oplijnen aan de hand van het karakter. Zorg voor een 3de optionele parameter separator
waarmee je de separator mee kan geven. Zorg voor een default waarde voor deze separator als deze niet opgegeven wordt
voorbeeldinteractie
oefening 4: schrikkeljaar-functie
leerdoelen
gebruiken van lussen
schrijven van eigen functies
functionele analyse
Je programma toont een overzicht van alle schrikkeljaren tussen 1950 en het huidge jaartal.
technische analyse
Je kan de code die nakijkt of een jaartal een schrikkeljaar is hergebruiken uit het onderdeel beslissingen.
Je maakt een functie isLeapYear
die 1 parameter aanvaardt met het jaartal en de functie geeft true terug als het een schrikkeljaar is en false als het geen schrikkeljaar is. Reminder: een schrikkeljaar is elk veelvoud van 400, alsook elk ander getal dat een veelvoud is van 4 maar niet van 100.
Je gebruikt een lus om voor de jaartallen tussen 1950 en dit jaar te berekenen of het een schrikkeljaar is of niet. Je print het jaar af als het een schrikkeljaar is.
Je kan het huidige jaar verkrijgen met de volgende code
voorbeeldinteractie
oefening 5: array-sum
leerdoelen
gebruiken van lussen
schrijven van eigen functies
arrays
functionele analyse
Je programma berekent de som van een array
technische analyse
Je maakt een functie sum
die een array inneemt als parameter.
Print in deze functie eerst de array af met console.log
;
Deze functie zal een for
lus bevatten die de som berekent van de getallen in de array.
Deze functie geeft de som van de getallen in de array terug.
voorbeeldinteractie
Last updated