Terminal en bash
Last updated
Last updated
Bash, een afkorting voor Bourne Again SHell, is een veelgebruikte command-line interface (CLI) of terminal op Linux en Unix-achtige besturingssystemen. Devcontainers gebruiken standaard een bash shell.
Om een nieuwe terminal te openen in visual studio code klik je op Terminal
in de menubalk en vervolgens op New Terminal
. Dit opent een nieuwe terminal in de onderkant van je scherm.
Merk op dat je zelfs al werk je in windows je een bash terminal krijgt en nergens iets van een C schijf of dergelijke ziet. Dit komt omdat je in een devcontainer werkt.
Even de structuur van de terminal uitleggen. De prompt is het stukje tekst dat je ziet voor je cursor. In de afbeelding hierboven is dat node ➜ /workspaces/Deel1-Node-en-Typescript (main)
:
node
is de naam van de gebruiker. Dit is standaard in een nodejs devcontainer, je mag dit negeren.
➜
is een pijltje dat je mag negeren.
/workspaces/Deel1-Node-en-Typescript
is de huidige map waarin je zit. Dit is de map waarin je terminal opent.
(main)
is de naam van de branch waarin je zit in de git repository.
$
is de prompt zelf. Dit is een teken dat je commando's kan beginnen typen.
De cursor is het knipperende streepje dat aangeeft waar je tekst zal verschijnen als je begint te typen.
Je kan ook een terminal openen in een specifieke map door eerst naar de map te navigeren in de file explorer en dan rechts te klikken en te kiezen voor Open in Integrated Terminal
.
Omdat we hier de terminal openen in de folder
directory, zal de terminal ook openen in die map.
We gaan hier de basis commando's behandelen die nodig zijn om te navigeren in een mappen structuur. Er zijn nog veel andere commando's die je gaandeweg zal leren, maar deze zijn voldoende om te starten.
pwd
staat voor print working directory
. Dit commando toont de huidige map waarin je zit.
Je ziet dat we in de map /workspaces/Deel1-Node-en-Typescript
zitten. Dat wist je al omdat je dat ook in de prompt zag.
ls
staat voor list
. Dit commando toont de bestanden en mappen in de huidige map.
Je kan ook de ls -a
gebruiken om ook verborgen bestanden en mappen te tonen. Dit zijn bestanden en mappen die beginnen met een punt.
Let er op dat de bestanden .
en ..
altijd getoond worden. .
staat voor de huidige map en ..
staat voor de bovenliggende map.
cd
staat voor change directory
. Dit commando laat je toe om naar een andere map te gaan.
Stel je voor dat je een mappen structuur hebt zoals deze:
By default zit je in de map Deel1-Node-en-Typescript
. Als je naar de map src
wil gaan, dan typ je cd src
.
Wil je terug naar de map Deel1-Node-en-Typescript
, dan typ je cd ..
. Dit commando staat voor ga naar de bovenliggende map
. Je kan ook twee
Je kan ook rechstreeks van de ene map naar de andere gaan. Als je in de map Deel1-Node-en-Typescript
zit en je wil naar de map dir1
, dan typ je cd src/dir1
.
Tab completion werkt ook in de terminal. Als je begint te typen en dan op tab drukt, dan zal de terminal proberen aan te vullen wat je aan het typen bent. Als er meerdere mogelijkheden zijn, dan zal de terminal een lijst tonen van mogelijke aanvullingen.
mkdir
staat voor make directory
. Dit commando laat je toe om een nieuwe map aan te maken.
Stel dat je in de map Deel1-Node-en-Typescript
zit en je wil een nieuwe map labos
aanmaken, dan typ je mkdir labos
.
touch
is een commando dat je toelaat om een nieuw bestand aan te maken. Als je in de map Deel1-Node-en-Typescript
zit en je wil een nieuw bestand index.html
aanmaken, dan typ je touch index.html
.
cp
staat voor copy
. Dit commando laat je toe om een bestand of map te kopiëren. Als je een bestand index.html
wil kopiëren naar index2.html
, dan typ je cp index.html index2.html
.
Je kan ook een map kopiëren. Als je een map src
wil kopiëren naar src2
, dan typ je cp -r src src2
. De -r
staat voor recursive
en zorgt ervoor dat de map en alle bestanden en mappen in de map gekopieerd worden.
mv
staat voor move
. Dit commando laat je toe om een bestand of map te verplaatsen. Als je een bestand index.html
wil verplaatsen naar de map src
, dan typ je mv index.html src
.
Je kan ook een bestand hernoemen. Als je een bestand index.html
wil hernoemen naar index2.html
, dan typ je mv index.html index2.html
.
rm
staat voor remove
. Dit commando laat je toe om een bestand of map te verwijderen. Als je een bestand index.html
wil verwijderen, dan typ je rm index.html
.
Je kan ook een map verwijderen. Als je een map src
wil verwijderen, dan typ je rm -r src
. De -r
staat voor recursive
en zorgt ervoor dat de map en alle bestanden en mappen in de map verwijderd worden.