04. HTTP(s)
HTTP staat voor HyperText Transfer Protocol. HTTP is gemaakt om communicatie tussen webbrowsers en webservers mogelijk te maken. De 'S' werd toegevoegd als afkorting voor 'secure'. Eigenlijk gaat het
De werking van het protocol zal in het vakgebied netwerken zeker uitgebreid aan bod komen. Wij gaan dus enkel focussen op de belangrijkste implicaties voor webtechnologie en het ontwikkelen van klassieke websites en webapplicaties.
HTTP is een van de oudste webprotocollen. Het werd nog mede door Tim Berners-Lee ontwikkeld samen met het uitwerken van het WWW in de jaren '90-'91. Het allereerste commando binnen HTTP was het GET-commando.
Belangrijk om weten bij HTTP is het feit dat HTTP zelf 'stateless' is. HTTP zal dus geen informatie onthouden over voorgaande communicatie (bv. inloggen van een gebruiker), dit zal je als webontwikkelaar zelf moeten doen.
Net als alle andere webgerelateerde talen en protocollen kwam er een punt waarbij er vernieuwing nodig was. Rond 2014 was er veel beweging in de webwereld. Ook HTTP kende in 2014 een grote verandering door de aanvraag van HTTP/2. Een nieuwe versie die sinds 2015 ook actief gebruikt wordt.
GET
Het originele commando was heel eenvoudig, nl.:
Het resultaat van het commando was eveneens eenvoudig, nl.:
Tegenwoordig zijn de opties uitgebreider en ingewikkelder, maar de basiswerking van het GET-commando is gebleven.
Het GET-commando heeft als doel om informatie van een webserver op te vragen. De webbrowser geeft het commando door naar de webserver telkens je als gebruiker een pagina opvraagt. Vaak zelfs meermaals, voor elke resource die de pagina nodig heeft (afbeelding, scripts, stylesheets, ...).
POST
Waar GET als doel heeft om informatie op te halen, heeft POST als doel om informatie te versturen naar de webserver. We gebruiken dit commando om bijvoorbeeld informatie ingevoerd in een contactformulier door te sturen naar de webserver.
De webserver zal de data moeten verwerken.
Last updated