OLD [G_PRO] Programmeren en OO programmeren
experimental-merge3
experimental-merge3
  • Welkom
  • Inleiding
    • Benodigdheden
    • Afspraken code
    • Afspraken oefeningen
    • Nuttige extras
    • Dankwoord
    • Mee helpen?
  • Semester 1: Programming Principles
    • H0: Werken met Visual Studio
      • Introductie tot C#
      • Werken met Visual Studio
      • Je eerste programma
      • Input verwerken met ReadLine
      • Fouten in je code
      • Kleuren in Console
      • Oefeningen
    • H1: Variabelen en datatypes
      • De essentie van C#
      • Datatypes
      • Variabelen
      • Expressies en operators
      • Oefeningen
    • H2: Tekst in code
      • Strings en chars
      • Strings samenvoegen
      • Unicode tonen
      • Oefeningen
      • Uitbreidingsoefeningen
    • H3: Werken met data
      • Casting, conversie en parsing
      • Input verwerken en omzetten
      • Math-library en berekeningen
      • Random
      • Debuggen
      • Oefeningen
    • H4: Beslissingen
      • Beslissingen intro
      • Booleanse logica en operators
      • If
      • Scope van variabelen
      • enum
      • Switch
      • Oefeningen
    • H5: Loops
      • Loops intro
      • While en Do While
      • For
      • Nesting
      • Programma flow analyse
      • Oefeningen deel 1
      • Oefeningen deel 2
      • Oefeningen deel 3
    • H6: Methoden
      • Methoden intro
      • Bibliotheken
      • Geavanceerde methoden
      • Oefeningen
      • Uitbreidingsoefeningen
    • H7: Arrays
      • Array principes
      • Werken met arrays
      • Arrays en methoden
      • N-dimensionale arrays
      • Oefeningen deel 1
      • Oefeningen deel 2
  • Semester 2 : OOP
    • H8: Klassen en objecten
      • OOP Intro
      • Klassen en objecten in C#
      • Methoden en access modifiers
      • Properties
      • DateTime: leren werken met objecten
      • (Klassikale!) smaakmaker OOP
      • Oefeningen
    • H9: Geheugenmanagement bij klassen
      • Objecten en methoden
      • Stack en Heap
      • Null en NullReferenceException
      • Oefeningen
    • H10: Advanced klassen en objecten
      • Constructors
      • Static
      • Spelen met strings
      • Oefeningen
    • H11: Arrays en klassen
      • Arrays van objecten
      • Foreach en var
      • List
      • Oefeningen
    • H12: Overerving
      • Overerving intro
      • Base keyword
      • Constructors bij overerving
      • Virtual en override
      • Oefeningen
    • H13: Advanced overerving
      • System.Object
      • Abstract
      • Oefeningen
    • H14: Compositie
      • Compositie
      • Oefeningen
    • H15: Polymorfisme
      • Polymorfisme
      • Is en As keywords
      • Objecten vergekijken: alles komt samen
      • Oefeningen
    • H16: Interfaces
      • Interface intro
      • Interfaces in de praktijk
      • Polymorfisme en interfaces
      • Oefeningen
  • Appendix
    • Ea-ict coding guidelines
    • Oefeningen kerkhof
  • Semester 1 appendix
    • Nice to know stuff
      • Out en Ref parameters
      • Jagged arrays
    • All-In-Projecten
      • Overzicht
      • Console Matrix
      • Ascii filmpjes maken met loops
      • Ascii filmpjes maken met methoden
      • Fun with methods: een verhaalgenerator
      • Tekst-gebaseerd Maze game
      • Conway game of life
  • Semester 2 appendix
    • Nice to know stuff
      • Operator overloading
      • Expression bodied members
    • All-In-Projecten
      • Overzicht
      • OO Textbased Game
      • War Simulator
      • Map Maker
      • Magic The Gathering API
  • Pro (geen leerstof en/of in opbouw)
    • Bitwise operators
    • Generics en collections
      • Generics methoden en types
      • Generic classes en constraints
      • Collections
      • Labo-oefeningen
    • Exception handling
      • Werken met exceptions
      • Waar exceptions plaatsen
      • Zelf uitzonderingen maken
    • Events
      • Events
      • Chat server
Powered by GitBook
On this page

Was this helpful?

Export as PDF
  1. Semester 1: Programming Principles
  2. H6: Methoden

Bibliotheken

PreviousMethoden introNextGeavanceerde methoden

Last updated 5 years ago

Was this helpful?

Je herkent een methode aan de ronde haakjes na de methodenaam. Je hebt dus reeds een aantal methoden gebruikt zonder dat je het wist, denk maar aan WriteLine(), ReadLine() en Parse().

Dit zijn dus alle 3 methoden: stukken code die een specifieke taak uitvoeren.

Sommige methoden, zoals WriteLine(), vereisen dat je een aantal parameters meegeeft. De parameters dien je tussen de ronde haakjes te zetten. Hierbij is het uiterst belangrijk dat je de volgorde respecteert die de ontwikkelaar van de methode heeft gebruikt. Indien je niet weet wat deze volgorde is kan je altijd Intellisense gebruiken. Typ gewoon de methode in je code en stop met typen na het eerste ronde haakje, vervolgens verschijnen alle mogelijke manieren waarop je deze methoden kan oproepen.

Tussen de haakjes zien we welke parameters en hun type je mag meegeven aan de methode, gevolgd door het return-type van de methode en een eventuele beschrijving (merk dus op dat je de WriteLine-methode ook mag aanroepen zonder parameters, dit zal resulteren in een lege lijn in de console).

Met behulp van de F1-toets kunnen meer info over de methode in kwestie tonen. Hiervoor dien je je cursor op de Methode in je code te plaatsen, en vervolgens op F1 te drukken.

Voor WriteLine geeft dit:

In de overload list zien we de verschillende manieren waarop je de methode in kwestie kan aanroepen. Je kan op iedere methode klikken voor meer informatie en een codevoorbeeld.

Intellisense

"Hoe kan je deze methode nu gebruiken?" is een veelgestelde vraag. Zeker wanneer je de basis van C# onder knie hebt en je stilletjes aan met bestaande .NET bibliotheken wil gaan werken. Wat volgt is een essentieel onderdeel van VS dat veel gevloek en tandengeknars zal voorkomen.

De help-files van VS zijn zeer uitgebreid en dankzij IntelliSense krijg je ook aardig wat informatie tijdens het typen van de code zelf.

Type daarom onder vorige WriteLine-zin het volgende:

System.Console.

Wacht nu even en er zal na het punt (.) een lijst komen van methoden en fields die beschikbaar zijn. Je kan hier met de muis doorheen scrollen en zo zien welke methoden allemaal bij de Console klasse horen.

Scroll maar eens naar de WriteLine-methode en klik er op. Je krijgt dan extra informatie over die methode te zien:

Doe hetzelfde voor de ReadLine methode:

Je ziet bovenaan string Console.ReadLine() staan. Bij de WriteLine stond er void Console.WriteLine(). Die void wil zeggen dat de methode WriteLine niets terugstuurt. In tegenstelling tot ReadLine dat een string teruggeeft. Indien de methode één of meerdere parameters vereist dan zullen deze hier ook getoond worden:

De Math.Pow methode vereist dus bijvoorbeeld 2 parameters van het type double. Wanneer je nu begint te typen dan zal intellisense tonen waarvoor iedere parameter staat wanneer je aan die parameter gaat beginnen typen: