Math-library en berekeningen
Last updated
Last updated
Een groot deel van je leven als ontwikkelaar zal bestaan uit het bewerken van variabelen in code. Meestal zullen die bewerkingen voorafgaan van berekeningen. De Math
bibliotheek zal ons hier bij kunnen helpen.
De Math bibliotheek bevat aardig wat handige methoden. Deze bibliotheek bevat methoden voor een groot aantal typische wiskundige methoden (sinus, cosinus, vierkantswortel, macht, afronden, etc.) en kan je dus helpen om leesbaardere expressies te schrijven.
Stel dat je de derde macht van een variabel getal
wenst te berekenen. ZONDER de Math-bibliotheek zou dat er zou uitzien:
MET de bibliotheek kunnen we schrijven:
Als je in Visual Studio Math
schrijft, gevolgd door een punt .
krijg je alles te zien wat de Math-bibliotheek kan doen:
Een doosje voor een naam wil zeggen dat het om een Methode gaat (zoals Console.ReadLine()
). Een vierkantje met twee streepjes in zijn constanten (zoals Pi
(π
) en e
).
De meeste methoden zijn zeer makkelijk in gebruik en werken op dezelfde manier. Meestal moet je 1 of meerdere "argumenten" tussen de haken meegeven en het resultaat moet je altijd in een nieuwe variabele opvangen. Enkele voorbeelden:
Twijfel je over de werking van een methode, gebruik dan de help als volgt:
Plaats je cursor op Pow
.
Druk op F1
op je toetsenbord.
Je krijgt nu de help-files te zien van deze methode op MDSDN.
Ook het getal Pi (3.141...
) is beschikbaar in de Math-library. Het witte icoontje voor PI bij Intellisense toont aan dat het hier om een ‘field’ gaat; een eenvoudige variabele met een specifieke waarde. In dit geval gaat het zelfs om een const field, met de waarde van Pi van het type double.
Je kan deze als volgt gebruiken in berekeningen:
Een vaak voorkomende oefening is deze waarbij je een bepaalde variabele continue moet bijpassen. Stel bijvoorbeeld dat je aan de gebruiker de temperatuur van iedere dag vraagt om zo vervolgens het gemiddelde te berekenen. Dit kan je doen door middel van een lopende som: je gaat telkens het ingevoerde getal toevoegen aan wat je reeds hebt bewaard. Meestal dus met behulp van de += operator.
Wanneer we met loops leren werken zullen lopende sommen zéér nuttig worden.
Schrijf de Methode zonder argumenten. Bijvoorbeeld Math.Pow()
(je mag de rode error negeren).