Werkgeheugen

RAM (Random Access Memory) slaat data op die de processor nodig heeft om programma's snel uit te voeren. Omdat de CPU zelf niet genoeg werkgeheugen heeft, gebruikt hij RAM als een tussenopslag voor actieve processen en gegevens. Hoe meer RAM een computer heeft, hoe sneller en soepeler programma’s draaien, vooral bij multitasking.

Eigenschappen van RAM

  • Volatiel geheugen: Zodra de computer wordt uitgeschakeld, verdwijnt alle data in het RAM-geheugen. Dit in tegenstelling tot opslag zoals SSD’s en harde schijven, die permanent gegevens bewaren.

  • Maximale snelheid: Moderne DDR4-geheugenmodules kunnen snelheden tot 25 GB/s halen, afhankelijk van de configuratie en het type RAM.

  • Geheugennaam en snelheid: Bijvoorbeeld DDR4-3200, waarbij 3200 MT/s (Mega Transfers per seconde) aangeeft hoeveel operaties het geheugen per seconde kan uitvoeren.

Geheugentimings en vertraging

RAM heeft niet alleen een kloksnelheid, maar ook timings, die de vertraging aangeven bij het ophalen van data. Een voorbeeld van timings: 16-18-18-38, waarbij de waarden worden gemeten in clock cycles (klokcycli).

  • CAS Latency (CL): De tijd tussen het versturen van een geheugenadres en het ontvangen van de bijbehorende data. Lagere CAS-latency betekent snellere toegang tot data.

  • tRCD, tRP, tRAS: RAM is georganiseerd als een grid met rijen en kolommen. Deze timings bepalen de vertraging bij het verplaatsen van data binnen dat grid.

  • tRCD (Row-to-Column Delay): Tijd die nodig is om van een rij naar een kolom te schakelen.

  • tRP (Row Precharge Time): Tijd die nodig is om een rij te sluiten voordat een nieuwe rij kan worden geopend.

  • tRAS (Row Active Time): Totale tijd dat een rij actief blijft voordat hij wordt afgesloten.

Al deze factoren bepalen de snelheid en efficiëntie van het RAM-geheugen in een computer.

Last updated