Je kan objecten aanmaken door een omschrijving ervan in tekst om te zetten naar een constructoroproep. We noemen dit proces "deserialisatie". Een object omzetten naar een omschrijving noemen we "serialisatie". Deze omschrijving kan verschillende conventies volgen: XML, JSON, YAML, CSV,...
We hebben eerder in de cursus geleerd hoe we CSV-bestanden moesten uitlezen. Fris dit zo nodig op, want we gaan nu een stap verder.
CSV wordt vaak gebruikt om objecten tussen programma's te verplaatsen. Een object inlezen vanaf een CSV bestand is een vorm van deserializeren.
Je kan tekst uit een bestand lezen, maar uiteraard kan je ook naar een bestand wegschrijven. De 2 eenvoudigste manieren zijn:
File.WriteAllText
: deze gebruik je als je 1 enkele string wilt wegschrijven
File.WriteAllLines
: deze is de omgekeerde van ReadAllLines()
en zal een array van strings wegschrijven.
Een voorbeeld:
Opgelet met het schrijven naar bestanden: dit zal onherroepelijk het target bestand overschrijven. Gebruik if(File.Exists(pathtofile))
om te controleren of een bestand bestaat of niet. Eventueel kan je dan aan de gebruiker bevestiging vragen of je deze effectief wilt overschrijven.
Wil je CSV-bestand maken dan zal je eerst met String.Join
of met stringinterpolatie een komma-separated lijst maken, bijvoorbeeld: