Om beslissingen te kunnen nemen in C# moeten we kunnen nagaan of een bepaalde uitspraak waar of niet waar is. Anders gezegd: we moeten stukjes code kunnen schrijven waarvan we achteraf kunnen zeggen of ze "waar" of "niet waar" zijn. Zo'n stukjes code noemen we booleaanse expressies. De meest typische booleaanse expressies schrijf je met de relationele operatoren. Deze stellen vergelijkingen tussen stukjes data voor. Gelukkig ken je deze al uit het lager onderwijs en moet je alleen de notatie hieronder leren:
C#-syntax
Betekenis
>
groter dan
<
kleiner dan
==
gelijk aan
!=
niet gelijk aan
<=
kleiner dan of gelijk aan
>=
groter dan of gelijk aan
"Gelijk aan" noteren we met twee symbolen, omdat één symbool gebruikt wordt voor een toekenning.
Deze operatoren leveren je altijd één van twee mogelijkheden als uitkomst: true
of false
. Je kan dit ook uittesten: Console.WriteLine(4 < 7);
of Console.WriteLine(4 < 2);
toont je het verwachte resultaat.
Er bestaan nog simpelere booleaanse expressies dan die met de relationele operatoren: true
en false
zelf zijn hun eigen resultaat en zijn dus technisch gesproken ook booleaanse expressies. Je mag dus bv. ook true
schrijven in plaats van 4 > 2
.