All pages
Powered by GitBook
1 of 1

Out en Ref parameters

Parameters by reference doorgeven

Je kan parameters op 2 manieren by reference doorgeven:

  • Indien de parameters reeds een waarde heeft dan kan je het ref keyword gebruiken. Dit gebruik je dus voor in/out-parameters.

  • Indien de parameter pas in de methode een waarde krijgt toegekend dan wordt het out keyword gebruikt. Dit gebruik je dus voor out-parameter.

Je geeft parameters by reference door door het keyword ref voor de parameter in kwestie te zetten, zowel in de methode-declaratie als in de aanroep van de methode zelf.

Opgelet:Het dient opgemerkt te worden dat parameters by reference doorgeven vaak tot problemen kan leiden indien je niet goed oplet, daar je rechtstreeks werkt met geheugenlocaties. Als je bijvoorbeeld verkeerdelijk een referentie optelt bij een value dan krijg je een nieuwe referentie die echter naar, mogelijk, een onbestaand stuk geheugen wijst. De ontwikkelaars van Visual Studio raden het gebruik van ref en out dan ook af, zeker indien je een beginnende programmeur bent. .

Out en ref

Via de keywords out en ref kunnen we parameters by reference dooregeven (ipv by value), het verschil daarbij is:

  • ref: de parameter bevat reeds een waarde wanneer deze naar de methode wordt gestuurd

  • out: de parameter bevat nog geen parameter en er wordt verwacht dat deze een waarde krijgt in de methode

Het verschil tussen het gebruik van out of ref keyword tonen we aan in het volgende voorbeeld.

Laten we dit aantonen met een voorbeeld. Stel dat we het vorige voorbeeld herschreven maar ‘vergeten’ om de parameter tweede een begin-waarde te geven:

static void Main(string[] args)
{
    int eerste = 5;
    int tweede;
    RefValueVerschil(eerste, ref tweede);

    Console.WriteLine("Eerste bedraagt na method:{0}", eerste);
    Console.WriteLine("Tweede bedraagt na method:{0}", tweede);
}

Dan krijgen we volgende, terechte, foutmelding:

Door nu het out keyword te gebruiken geven we expliciet aan dat we beseffen dat de parameter in kwestie pas binnen de methode een waarde zal toegekend krijgen.

We zouden dus ons programma kunnen herschrijven met deze parameter. Hierbij moeten we ons ervan vergewissen dat we zeker de parameter getal2 een waarde toekennen in de methode!

Dit geeft terug als output:

Volgende methode zal 2 parameters meekrijgen. De eerste wordt bij value gebruikt, de tweede by reference:

De uitvoer is de volgende, zoals verwacht: :

Merk dus op dat enkel de variabele tweede aangepast wordt buiten de methode doordat we deze by reference doorgeven.

Foute invoer van de gebruiker opvangen

Vaak wil je de invoer van de gebruiker verwerken/omzetten naar een getal. Denk maar aan volgende applicatie:

Deze applicatie zal falen indien de gebruiker iets invoert dat niet kan geconverteerd worden naar een int.

TryParse

De types int, double, float etc hebben allemaal een TryParse methode. Je kan deze gebruiken om de invoer van een gebruikeren te proberen om te zetten als deze niet lukt dan kan je dit ook weten zonder dat je programma crasht. De werking van TryParse is als volgt:

De methode TryParse zal de string in de eerste parameter (invoer in dit voorbeeld) trachten naar een int te converteren. Als dit lukt dan zal het resultaat in de variabele int leeftijd geplaatst worden. Merk op dat we out voor de parameter moeten zetten zoals we ook hierboven hebben gezien.

Het return resultaat van de methode is bool```: indien de conversie gelukt is dan zal dezetrueteruggeven, andersfalse``.

We kunnen nu onze applicatie herschrijven en minder foutgevoelig maken voor slechte invoer van de gebruiker:

TryParse en loops

Daar TryParse een bool teruggeeft kunnen we deze ook gebruiken in loops als logische expressie. Volgende applicatie zal aan de gebruiker een komma getal vragen en pas verder gaan indien de gebruiker een geldige invoer heeft gegeven:

Let er op dat de scope hier van belang is: invoer en temperatuur moet gekend zijn buiten de loop waar technisch gezien ook de TryParse zal gebeuren.