Zonder expressies is programmeren saai: je kan dan enkel variabelen aan elkaar toewijzen. Expressies zijn als het ware eenvoudige tot complexe sequenties van bewerkingen die op 1 resultaat uitkomen. De volgende code is bijvoorbeeld een expressie: 3+2
.
Het resultaat van deze expressie is 5.
Over expressies in C# is véél te vertellen, maar niet aan de orde in deze cursus. Bekijk zeker volgende tekst indien je meer interesse hebt.
Meestal zal je expressies schrijven waarin je bewerkingen op en met variabelen uitvoert. Vervolgens zal je het resultaat van die expressie willen bewaren voor verder gebruik in je code.
Voorbeeld van expressie-resultaat toekennen:
Hierbij zal de temperatuur uit de rechtse 2 variabelen worden uitgelezen, van elkaar wordt afgetrokken en vervolgens bewaard worden in temperatuursVerschil.
De voorgaande code kan ook langer geschreven worden als:
Een ander voorbeeld van een expressie-resultaat toewijzen maar nu met literals (stel dat we temperatuursVerschil reeds hebben gedeclareerd eerder):
Uiteraard mag je ook combinaties van literals en variabelen gebruiken in je expressies:
Operators in C# zijn de welgekende 'wiskundige bewerkingen' zoals optellen (+
), aftrekken (-
), vermenigvuldigen (*
) en delen (/
). Deze volgen de wiskundige regels van volgorde van berekeningen:
Haakjes
Vermenigvuldigen, delen en modulo: *
(vermenigvuldigen), /
(delen) en %
(rest na deling, ook module genoemd)
Optellen en aftrekken: +
en -
(etc.)
Net zoals in de wiskunde kan je in C# met behulp van de haakjes verplichten het deel tussen de haakjes eerst te doen, ongeacht de andere operators en hun volgorde van berekeningen:
Je kan nu complexe berekeningen doen door literals, operators en variabelen samen te voegen. Bijvoorbeeld om te weten hoeveel je op Mars zou wegen:
%
De modulo operator die we in C# aanduiden met %
verdient wat meer uitleg. Deze operator zal als resultaat de gehele rest teruggeven wanneer we het linkse getal door het rechtse getal delen:
De modulo-operator zal je geregeld gebruiken om bijvoorbeeld te weten of een getal een veelvoud van iets is. Als de rest dan 0 is weet je dat het getal een veelvoud is van het getal waar je het door deelde.
Bijvoorbeeld om te testen of getal even is gebruiken we %2
:
Heel vaak wil je de inhoud van een variabele bewerken en dan terug bewaren in de variabele zelf. Bijvoorbeeld een variabele vermenigvuldigen met 10 en het resultaat ervan terug in de variabele plaatsen. Hiervoor zijn enkele verkorte notaties in C#. Stel dat we een variabele int getal
hebben:
Je zal deze verkorte notatie vaak tegenkomen. Ze zijn identiek aan elkaar en zullen dus je code niet versnellen. Ze zal enkel compacter zijn om te lezen. Bij twijfel, gebruik gewoon de lange notatie.
De types die je in je berekeningen gebruikt bepalen ook het type van het resultaat. Als je bijvoorbeeld twee int
variabelen of literals optelt zal het resultaat terug een int
geven.
Je kan echter geen kommagetallen aan int
toewijzen. Als je dus twee double
variabelen deelt is het resultaat terug een double
en zal deze lijn een fout geven daar je probeert een double
aan een int
toe te wijzen:
Let hier op!
But wait... it gets worse!
Wat als je een int
door een int
deelt? Het resultaat is terug een int
. Je bent gewoon alle informatie na de komma kwijt. Kijk maar:
Er zal 4
op het scherm verschijnen! (niet 4.5
daar dat geen int
is).
Wat als je datatypes mengt? Als je een berekening doet met een int
en een double
dan zal C# het 'grootste' datatype kiezen. In dit geval een double. Volgende code zal dus werken:
Volgende niet:
Wil je dus het probleem oplossen om 9 te delen door 2 dan zal je minstens 1 van de 2 literals of variabelen door een double moeten omzetten. Het voorbeeld van hierboven herschrijven we dan naar:
En nu krijgen we wel 4.5
.
Het kan subtiel en ambetant worden in grotere berekeningen.
Stel dat ik afspreek dat je van mij de helft van m'n salaris krijgt. Ik verdien (fictief) 10000 euro per maand. Ik gebruik volgende formule:
Hoeveel krijg je van me? 0.0 euro, MUHAHAHAHA!!!
De volgorde van berekeningen zal eerst het gedeelte tussen de haakjes doen: 1 delen door 2 geeft 0, daar we een int
door een int
delen en dus terug een int
als resultaat krijgen. Vervolgens zullen we deze 0
vermenigvuldigen met 10000.0
waarvan ik zo slim was om deze in double
te zetten. Niet dus. We vermenigvuldigen weliswaar een double
(het salaris) met een int
maar die int
is reeds 0
en we krijgen dus 0.0
als resultaat.
Wil je het dus eerlijk spelen dan zal je de formule moeten aanpassen naar:
Nu krijgt het gedeelte tussen de haakjes een double
als resultaat, namelijk 0.5
dat we dan kunnen vermenigvuldigen met het salaris om 5000.0
te krijgen.
Verkorte notatie
Lange notatie
Beschrijving
getal++;
getal= getal+1;
variabele met 1 verhogen
getal--;
getal= getal-1;
variabele met 1 verlagen
getal+=3;
getal= getal+3;
variabele verhogen met een getal
getal-=6;
getal= getal-6;
variabele verminderen met een getal
getal*=7;
getal= getal*7;
variabele vermenigvuldigen met een getal
getal/=2;
getal= getal/2;
variabele delen door een getal