Je kan parameters op 2 manieren by reference doorgeven:
Indien de parameters reeds een waarde heeft dan kan je het ref keyword gebruiken. Dit gebruik je dus voor in/out-parameters.
Indien de parameter pas in de methode een waarde krijgt toegekend dan wordt het out keyword gebruikt. Dit gebruik je dus voor out-parameter.
Je geeft parameters by reference door door het keyword ref voor de parameter in kwestie te zetten, zowel in de methode-declaratie als in de aanroep van de methode zelf.
Opgelet:Het dient opgemerkt te worden dat parameters by reference doorgeven vaak tot problemen kan leiden indien je niet goed oplet, daar je rechtstreeks werkt met geheugenlocaties. Als je bijvoorbeeld verkeerdelijk een referentie optelt bij een value dan krijg je een nieuwe referentie die echter naar, mogelijk, een onbestaand stuk geheugen wijst. De ontwikkelaars van Visual Studio raden het gebruik van ref en out dan ook af, zeker indien je een beginnende programmeur bent. .
Via de keywords out en ref kunnen we parameters by reference dooregeven (ipv by value), het verschil daarbij is:
ref
: de parameter bevat reeds een waarde wanneer deze naar de methode wordt gestuurd
out
: de parameter bevat nog geen parameter en er wordt verwacht dat deze een waarde krijgt in de methode
Het verschil tussen het gebruik van out
of ref
keyword tonen we aan in het volgende voorbeeld.
Laten we dit aantonen met een voorbeeld. Stel dat we het vorige voorbeeld herschreven maar ‘vergeten’ om de parameter tweede een begin-waarde te geven:
Dan krijgen we volgende, terechte, foutmelding:
Door nu het out keyword te gebruiken geven we expliciet aan dat we beseffen dat de parameter in kwestie pas binnen de methode een waarde zal toegekend krijgen.
We zouden dus ons programma kunnen herschrijven met deze parameter. Hierbij moeten we ons ervan vergewissen dat we zeker de parameter getal2 een waarde toekennen in de methode!
Dit geeft terug als output:
Volgende methode zal 2 parameters meekrijgen. De eerste wordt bij value gebruikt, de tweede by reference:
De uitvoer is de volgende, zoals verwacht: :
Merk dus op dat enkel de variabele tweede aangepast wordt buiten de methode doordat we deze by reference doorgeven.
Vaak wil je de invoer van de gebruiker verwerken/omzetten naar een getal. Denk maar aan volgende applicatie:
Deze applicatie zal falen indien de gebruiker iets invoert dat niet kan geconverteerd worden naar een int
.
De types int
, double
, float
etc hebben allemaal een TryParse
methode. Je kan deze gebruiken om de invoer van een gebruikeren te proberen om te zetten als deze niet lukt dan kan je dit ook weten zonder dat je programma crasht. De werking van TryParse
is als volgt:
De methode TryParse
zal de string in de eerste parameter (invoer
in dit voorbeeld) trachten naar een int
te converteren. Als dit lukt dan zal het resultaat in de variabele int leeftijd
geplaatst worden. Merk op dat we out
voor de parameter moeten zetten zoals we ook hierboven hebben gezien.
Het return resultaat van de methode is bool```: indien de conversie gelukt is dan zal deze
trueteruggeven, anders
false``.
We kunnen nu onze applicatie herschrijven en minder foutgevoelig maken voor slechte invoer van de gebruiker:
Daar TryParse
een bool
teruggeeft kunnen we deze ook gebruiken in loops als logische expressie. Volgende applicatie zal aan de gebruiker een komma getal vragen en pas verder gaan indien de gebruiker een geldige invoer heeft gegeven:
Let er op dat de scope hier van belang is:
invoer
entemperatuur
moet gekend zijn buiten de loop waar technisch gezien ook deTryParse
zal gebeuren.
Bepaalde code zal je vaak opnieuw schrijven. Er zitten in VS tal van shortcuts om deze typische lijnen code sneller te schrijven. Schrijf een van volgende stukken code en druk dan 2x op de [tab]-toets
cw
: schrijft Console.WriteLine()
;
for
while
dowhile
switch
///
: automatisch methode commentaar blok
propfull: full property (semester 2)
prop: auto-property (semester 2)
Je kan delen van je code in handige inklapbare secties zetten door deze als regions aan te duiden, als volgt:
Je zal vanaf dan in Visual Studio rechts van de start van de region een minnetje zien waar je op kunt klikken om de hele region tot aan #endregion
in te klappen. De code zal nog steeds gecompileerd worden, maar je bladspiegel is weer wat ordelijker geworden.
Het bereik van datatypen is weliswaar opgegeven. Maar het is belangrijk om weten dat deze ook in de compiler gekend is. Het volgende voorbeeld toont dit aan:
Je kan met andere woorden met int.MaxValue
en int.MinValue
het minimum- en maximumbereik van het type int verkrijgen. Wil je dit van een double, dan gebruik je double.MaxValue
etc.
Jagged arrays (letterlijk gekartelde arrays) zijn arrays van arrays maar van verschillende lengte. In tegenstelling tot de eerdere meer-dimensionale arrays moeten de interne arrays steeds dezelfde lengte hebben, bijvoorbeld 3 bij 2 bij 4. Bij jagged arrays hoeft dat dus niet:
Het grote verschil bij het aanmaken van bijvoorbeeld een 2D jagged arrays is het gebruik van de vierkante haken:
(en dus niet tickets[,]
)
Vanaf nu kan je dan individuele arrays toewijzen aan ieder element van `tickets
:
Zoals je kan zien moeten de interne arrays dus niet de zelfde grootte hebben.
De indexering blijft dezelfde, uiteraard moet je er wel rekening mee houden dat niet eender welke index binnen een bepaalde sub-array zal werken.